Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [6]Want de Levieten hebben geen deel in het midden van ulieden; maar het [7]priesterdom des HEEREN is hun erfdeel. Gad nu, en Ruben, en de halve stam van Manasse, hebben hun erfdeel genomen op gene zijde van de Jordaan, oostwaarts, hetwelk hun Mozes, de knecht des HEEREN, gegeven heeft. 6. Hier geeft Jozua de reden, waarom er maar zeven loten zijn zouden, ofschoon er bijna nog eens zoveel stammen waren. 7. Dat is, de offeranden, de tienden, de eerste vruchten, enz. komen den Levieten toe, waar zij van leven moeten.